Het is de warmste januaridag ooit gemeten als Peter Paul Bakker zich begin 2020 bij de notaris meldt. Voor 550.000 euro koopt hij een riant huis in Zevenbergschen Hoek met vrij uitzicht op het groene Brabantse landschap. Bakker is 53 jaar volgens zijn identiteitskaart en heeft een flinke verhuizing voor de boeg. De notaris tekent op dat de man op dat moment nog in Portugal woont.
Bakker is niet wie hij zegt. In rechtbankstukken heet hij undercoveragent A4265. De aankoop van het huis zijn de eerste stappen in een heimelijke politie-operatie die hem zo aangrijpt dat hij 15 maanden later een einde aan zijn leven maakt. Naar aanleiding van zijn zelfmoord stelt een onafhankelijke commissie woensdag dat de professionaliteit bij undercoverafdeling Werken Onder Dekmantel „ernstig te wensen overlaat”.
Bakker is een ervaren agent die er veel undercoveroperaties op heeft zitten. Voor zijn nieuwe opdracht in het strafonderzoek Lugo belandt Bakker in Noordwest-Brabant, pal naast de hoofdverdachte Joop M. en zijn gezin. Justitie verdenkt de dan 44-jarige M. van betrokkenheid bij grootschalige co*ke-smokkel en witwassen. Hij zou een spil zijn in de co*kehandel via de haven van Vlissingen, een smokkelroute waar justitie lastig grip op krijgt – en corrupte contacten hebben.
Aan undercoveragent Bakker de taak meer over zijn nieuwe buurman, diens partner Debbie en hun netwerk te weten te komen. Bakker gaat volledig op in zijn werk, raakt al snel bevriend met zijn nieuwe buren en verzamelt relevante informatie.
Intieme relatie
In september 2020 wordt Joop M. gearresteerd, maar Bakker moet door. Hij krijgt de opdracht zich nu op Debbie te richten. Dat loopt uit de hand. Terwijl M. in voorlopige hechtenis zit, krijgen de undercoveragent en Debbie een intieme relatie. Tot zijn taakinstructie behoort dat niet.
De undercoveragent, die een gezin heeft, geeft bij zijn afdeling Werken Onder Dekmantel meermaals aan dat zijn undercoveropdracht hem erg zwaar valt. Het personage Peter Paul Bakker is onder zijn huid gekropen, vertelt hij. Ook collega’s trekken aan de bel. Maar de infiltrant moet in Zevenbergschen Hoek blijven.
In april slaat hij in de Brabantse woning de hand aan zichzelf. In een afscheidsbrief schrijft de agent dat hij een einde wilde maken aan het leven van Peter Paul Bakker en zich schuldig voelt jegens zijn gezin. Hij hoopt herinnerd te worden onder zijn echte naam, met zijn echte persoonlijkheid.
Bij de afdeling Werken Onder Dekmantel is veel mis, blijkt uit een woensdag gepubliceerd onafhankelijk onderzoek door een commissie onder leiding van burgemeester Oebele Brouwer van Achtkarspelen, voormalig officier van justitie. Zo is er nauwelijks aandacht voor het mentale welzijn van infiltranten terwijl zij juist psychisch zeer zwaar werk verrichten. Leidinggevenden hebben slecht overzicht van de lopende undercoveroperaties en protocollen en standaarden over hoe die operaties moeten verlopen staan niet op papier.
Lees ookPasjes, pesten en problemen bij de blauwe familieUit een reconstructie blijkt volgens de commissie dat er grove fouten zijn gemaakt bij de inzet van undercoveragent Bakker. Waarschuwingen van collega’s en de agent zélf over zijn mentale toestand werden „niet voldoende serieus genomen en leidden niet tot adequate interventies”.
Ook zijn in het undercovertraject „ethische grenzen overschreden”, door Bakker die een intieme relatie aanging, maar ook door collega’s. Zo zouden bij een in scène gezet undercovermoment ook kinderen (naar verluidt M’s zoon) zijn betrokken.
Dat de dood van de undercoveragent samenhangt zijn werk is volgens Brouwer evident. „Als hij groenteman was geweest had hij nog geleefd”.
Als hij groenteman was geweest had hij nog geleefd
Korpschef Henk van Essen erkent dat de politie ernstig tekort is geschoten bij de begeleiding van de infiltrant. Dat bij de afdeling Werken onder Dekmantel zo veel mis is noemt hij „confronterend”. De korpschef zegt een lange lijst aanbevelingen van de commissie Brouwer – bijvoorbeeld over de zorg voor medewerkers – over te nemen. Ook zijn alle lopende undercovertrajecten doorgelicht.
De Nationale Politie telt zo’n 63.000 werknemers en is onderverdeeld in tien regionale korpsen en een Landelijke Eenheid, waar de afdeling van de undercoveragent onder valt. Binnen die Landelijke Eenheid spelen al langere tijd problemen. Zo bleek vorig jaar uit onderzoek door KPMG dat er bij een onderdeel op grote schaal sprake is van ongewenst gedrag zoals machtsmisbruik, het voortrekken van collega’s, pesten en discriminatie. De aanpak hiervan heeft bij de politie „geen prioriteit”.
NRC berichtte eerder over nog twee suïcides met een link met het werk. In 2019 van een computerspecialist en in augustus van een politiefunctionaris van het Bureau Inzet Coördinatie.
Lees ookPolitiechef stapt gedwongen op na drie zelfdodingen agenten„De rode draad is dat deze werkverhoudingen binnen deze organisatie al jaren worden vergiftigd door een combinatie van hoge werkdruk, grote onvrede over leidinggevenden zonder praktijkervaring, vriendjespolitiek en machtsmisbruik”, stelt politievakbond ACP woensdag in een reactie. Volgens de vakbond zijn de problemen terug te voeren op falend leiderschap.
Nieuwe functies
Voor twee leidinggevenden Jannine van den Berg en Marjolein Smit zijn recent nieuwe hoge functies elders binnen de politie aangekondigd. Demissionair minister Ferd Grapperhaus (Justitie & Veiligheid, CDA) noemt het rapport ontluisterend. „Het bevestigt voor mij eens te meer dat er stevige verbeteringen bij de Landelijke Eenheid nodig zijn.”
De minister schakelt nu voorganger Winnie Sorgdrager in voor diepgaand onderzoek naar de juridische, organisatorische en ethische waarborgen bij undercovertrajecten. Want undercoverwerk moet volgens Grapperhaus doorgaan. Het is „een onmisbaar middel geworden in de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit.”
Praten over zelfdoding kan bij de landelijke hulplijn 113 Zelfmoordpreventie. Telefoon 0800-0113 of www.113.nl.
Een versie vandit artikelverscheen ook inNRC Handelsbladvan 18 november 2021.